Interview Jos Pâques: voor waterzuiveringsbedrijf Paques is continuïteit cruciaal

Waterzuiveringsbedrijf Paques houdt kantoor in Shanghai en Sao Paolo, maar het hoofdkantoor staat in het Friese Balk. ‘Kennis is in Nederland onder handbereik’, aldus Jos Pâques.

biopaq

Biopaq by Paques

Het Friese dorpje Balk telt een kleine vierduizend inwoners en zou de dichter Herman Gorter, wiens grootvader in de negentiende-eeuw predikant was in Balk, hebben geïnspireerd tot het schrijven van Mei. Verder is het dorpje bekend onder bootliefhebbers die hier ’s zomers het riviertje de Luts bevaren. Maar dat is het dan wel. Balk is en blijft een klein Fries dorpje met een bescheiden nationale bekendheid.

Des te opvallender is het dat het internationaal opererend waterzuiveringsbedrijf Paques zich juist hier bevindt; een onderneming met zo’n vierhonderd medewerkers, een omzet van zestig miljoen euro en kantoren in Shanghai en Sao Paolo. en in Balk dus. Nog opvallender: de voertaal in dit bedrijf is niet Nederlands of Fries, maar Engels. ‘Al onze communicatie-uitingen en onze vergaderingen zijn in het Engels. Negentig procent van onze omzet halen we immers uit het buitenland. We zijn dus bovenal een internationaal bedrijf’, aldus Jos Pâques die verantwoordelijk is voor het succes van het bedrijf.

Vijftig jaar geleden was het zijn vader, Johan Pâques, die in Sneek startte met het verkopen van landbouwgereedschap aan boeren in Noord-Nederland. ‘In 1966 – ik was toen achttien jaar – vroeg mijn vader mij om hem een paar weken te helpen in de zaak. Dat liep een beetje uit de hand’, lacht Pâques. Hij bleef, en in 1971 nam Jos Pâques het bedrijf over van zijn vader. Niet zonder succes: inmiddels is Paques het een na grootste watertechnologiebedrijf van Nederland en heeft het zo’n veertienhonderd waterzuiveringsinstallaties gebouwd in circa zestig landen.

Hoe is de overstap tot stand gekomen van landbouwapparatuur naar de huidige business?

‘Begin jaren zeventig kwamen we terecht in de markt van opslagsilo’s. Dat was een enorme groeimarkt. Om u een idee te geven: in 1975 bedroeg onze omzet vijfhonderdduizend gulden. Drie jaar later was dat acht miljoen. Het grote nadeel van deze silo’s was echter dat er sterke motoren en enorm veel energie voor nodig waren om hier maïs of graan in te blazen. Toen eind jaren zeventig de oliecrisis kwam, waren de silo’s ineens veel minder in trek. We bedachten dat we biogas zouden krijgen door de silo’s geen vijfentwintig maar acht meter hoog te maken, er mest in te gooien en de silo te verwarmen. Binnen een jaar tijd waren we ineens een energie- en milieutechnisch bedrijf. Zodoende kwamen we in de procesindustrie terecht.’

En wanneer werd de stap naar waterzuivering gezet?

‘Dat was in 1983, toen ik in contact kwam met een wetenschapper van de Landbouwuniversiteit Wageningen. Hij werkte aan een proces om met behulp van anaerobe bacteriën, ofwel bacteriën die groeien in omgevingen waar geen zuurstof is, afvalwater te zuiveren. Het restproduct hiervan is biogas, dat weer voor energie kan worden aangewend. Veel industriële bedrijven hebben te maken met vervuild afvalwater én hebben energie nodig. Het was kortom een proces waar we wel brood in zagen.’

Kunt u een voorbeeld geven van andere processen die door Paques zijn ontwikkeld?

‘Een van de processen die we ons daarnaast eigen hebben gemaakt, is het ontzwavelen van biogas door middel van bacteriën. Ook dit is een volledig natuurlijk proces dat wij weten te versnellen. Voor we het wisten klopte Shell bij ons aan in 1995. Of we ook aardgas konden ontzwavelen? Dat wisten we op dat moment niet zeker. Aardgas komt uit de grond en staat onder zeer hoge druk. Biogas is daarentegen drukloos. We waren benieuwd of de bacteriën die hoge druk van aardgas aan zouden kunnen. Maar het bleek geen probleem. Nu werken we samen met Shell in de joint venture Paqell. Daarin doen we niets anders dan aardgas ontdoen van zwavel. Dat is nodig om aardgas voor het dagelijks gebruik aan te kunnen wenden.

Daarnaast halen we sinds enkele jaren ook metaal uit water. De eerste installatie die we daarvoor hebben gebouwd staat bij metaalonderneming Nyrstar in Budel. En inmiddels bouwen we dit soort installaties ook voor koper- en goudmijnen in Zuid-Amerika. Nu de grondstoffen duur zijn, loont het als nooit tevoren om bijvoorbeeld koper en goud uit afvalwater te halen. De opbrengt van de grondstoffen die we uit het water halen, is hoger dan de prijs van de installatie. Leverden we voorheen met waterzuivering vooral een bijdrage aan het milieu, inmiddels is het ook een lucratieve business.

Bent u gericht gaan internationaliseren?

‘Nee, niet bewust. Dat ging vanzelf. Een van de eerste waterzuiveringsinstallaties die we bouwden was voor Bavaria. Daar is in de vakpers veel ruchtbaarheid aan gegeven. Daar vloeide een aanvraag van Polar Breweries in het Venezolaanse Caracas uit voort. Van daaruit ging de internationalisering verder. Zo’n vijftien jaar geleden besloten we in Shanghai een vestiging te openen. Daar is een enorme groeimarkt voor ons product. Inmiddels werken daar tweehonderd mensen.’

Blijft het hoofdkantoor in Balk? Of vertrekt Paques binnen nu en enkele jaren naar China?

‘Zeg nooit nooit, maar we zijn voorlopig niet van plan ons hoofdkantoor naar Shanghai te verplaatsen of naar waar dan ook in het Verre Oosten. Dat is ook niet nodig. De wereld is dankzij de nieuwe technologie voor iedereen bereikbaar geworden vanaf elke locatie. Wat maakt het uit of je in Balk zit als je met alle landen kunt mailen en skypen? Verhuizen naar de randstad is om die reden evenmin nodig. Binnen anderhalf uur rijden ben ik op Schiphol. Waar hebben we het dan over? Bovendien kun je over Nederland zeggen wat je wilt, maar we zijn wel bij uitstek een kennisland. We zijn een technisch innovatief bedrijf en werken nauw samen met universiteiten en instituten. Die kennis is hier binnen handbereik. Dat is een groot voordeel.

Hoe belangrijk is het voor u dat Paques een familiebedrijf is?

‘Dat is belangrijk voor me. Toen ik het bedrijf overnam van mijn vader had ik zelf nog geen kinderen. Inmiddels heb ik er drie, waarvan mijn oudste zoon van 35 werkzaam is in dit bedrijf. Naarmate de jaren vorderden, kwam ik er steeds meer achter dat ik een bedrijf had opgebouwd waarvan ik wil dat het ook na mijn afscheid blijft voortbestaan. Continuïteit is voor mij een cruciaal woord. Het is zeker niet uit te sluiten dat mijn oudste zoon ooit het stokje van mij zal overnemen. Mooier dan dat kun je het niet hebben. En wie weet de andere kinderen ook nog wel. Een familiebedrijf moet overigens wel oppassen dat het geen familieleden naar voren schuift die eigenlijk niet capabel zijn. Je moet gevoel kunnen scheiden van ratio en altijd kiezen voor de leider die de beste keuze is voor het bedrijf.’

Een kleine tien jaar geleden besloot u de algemene leiding over te dragen aan een externe directeur en plaats te nemen in de raad van commissarissen. Waarom besloot u toen al om afstand te nemen?

‘Het bedrijf werd groter en groter en op den duur was ik meer aan het managen dan aan het ondernemen. Dat beviel me niet. Ik ben namelijk een ondernemer pur sang. Mijn hart gaat niet sneller kloppen van kpi’s, spreadsheets en vergaderingen. Het managen van een bedrijf van deze omvang is bovendien topsport. Daar moet je volledig voor gaan. Het leek me dan ook beter om terug te treden. Veel eigenaren van familiebedrijven wachten daar mijns inziens te lang mee. Velen stellen het afscheid uit tot het moment dat ze met de rug tegen de muur staan. Uiteindelijk zijn het dan vaak anderen die voor jou gaan beslissen. Dat moet je zien te voorkomen. En dus is het zaak om tijdig met het overdrachtsproces te starten. En daar is heel wat tijd voor nodig. Daar ben je zomaar tien jaar mee bezig.’

U besloot toen om het bedrijf te behouden voor de familie. Maar u had het ook kunnen verkopen. Wat gaf de doorslag?

‘Die keuze was er inderdaad. Wij als familie bezaten de helft van de aandelen. Nuon had de andere helft. Toen Nuon besloot de aandelen te verkopen, konden we drie dingen doen: afwachten wie de andere aandeelhouder zou worden, de zaak verkopen, of onze aandelen terugkopen van Nuon. Ik weet nog goed dat we dit met de familie bespraken bij ons thuis op een vrijdagmiddag. Het was uiteindelijk een zeer korte discussie. Mijn vrouw zei: “Wat gaan we met het geld doen als we verkopen?” “Investeren in leuke bedrijven”, zei ik meteen. “Dat leuke bedrijf hebben we toch al?”, zei ze. en ze had helemaal gelijk. Ook de kinderen wilden het bedrijf houden. Zo hebben we in 2006 binnen tien minuten besloten om de aandelen terug te kopen van Nuon.’

Eind vorig jaar besloot u echter twintig procent van de aandelen te verkopen aan Susanne Klatten, grootaandeelhouder van BMW en ook wel de rijkste vrouw van Europa genoemd. Was er behoefte aan geld?

‘Het was meer dat we mooie kansen zien door met Skion, het investeringsbedrijf van Klatten, in zee te gaan. We zijn door de jaren heen geregeld benaderd door investeerders, maar hebben hun verzoeken altijd nog van de hand gewezen. En dat heeft alles te maken met het feit dat vrijwel alle investeerders een kortetermijnbelang hebben. Zeven jaar is het maximum. Dan moet de investering voldoende rendement op hebben gebracht. Skion is daarin anders, omdat het zelf ook een familiebedrijf is. Klatten heeft wel degelijk een langetermijnblik. Dat is interessant voor ons. Bovendien is Skion een triple A-bedrijf en helpt het ons de Duitse markt verder te veroveren.’

Wat zijn de familiewaarden van dit bedrijf?

‘De meest belangrijke waarde is: continuïteit. Dat betekent dat we ons realiseren dat het bedrijf er niet voor ons is, maar dat wij er zijn voor het bedrijf. Daarnaast vinden we waarden als transparantie, eerlijkheid en openheid erg belangrijk. Tot slot – en dat is misschien niet zozeer een waarde maar wel iets waar ik sterk in geloof – is innovatie van levensbelang. Ik snap niet dat niet iedere ondernemer meteen wil innoveren. Wanneer ik een truc kan bedenken die mijn concurrent niet kan bedenken, maakt dit mijn leven immers een stuk makkelijker. Wie slimmer en vernieuwender is dan een ander, kan makkelijk scoren. Innoveren is wat mij betreft dan ook hoofdzaak.’

Hoe weet u dan welke richting u op moet gaan met innovaties? Waardoor laat u zich leiden?

‘Daar hoef je geen geleerde voor te zijn en ook geen profeet. Wie om zich heen kijkt, ziet wat er gebeurt in de wereld. De aarde heeft binnenkort negen miljard inwoners die allemaal dezelfde levensstandaard willen als wij. En dus komt er onherroepelijk een tekort aan schoon water, aan energie, aan grondstoffen, enzovoorts. Ondertussen vergrijst Europa. Ook dat is bekend. Met deze gegevens in het achterhoofd kan een bedrijf zijn richting bepalen. Zo eenvoudig is het.’

2020-12-08T14:51:42+01:0010 oktober, 2014|Interviews|

Deel dit verhaal, kies je platform!

Geef een reactie