Investeerders zien kansen door nieuwe groeimogelijkheden in het Nederlandse bedrijfsleven. Hun rol is een actievere dan enkele jaren geleden, toen rendement door groei nog eenvoudig te realiseren was. Dat blijkt uit een analyse door Fambizz, dat de Fambizz Investor Top 15 uitbrengt.
“De trend van toenemende investeringen in Nederlandse bedrijven door participatiemaatschappijen in 2013 zal zich ook in 2014 voortzetten.” Dit stelt Tjarda Molenaar, directeur van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). Vorig jaar staken deze investeerders in totaal 2,4 miljard euro in het Nederlandse bedrijfsleven, wat toen een stijging was van een miljard euro in vergelijking met de investeringssom in 2012.
Het natuurlijke werkgebied van participatiemaatschappijen, de middelgrote bedrijven en starters, is goed voor 85 procent van deze investeringen. “Daar gaat het om bedrijven met minder dan 100 werknemers en een omzet van minder dan 10 miljoen euro. Investeringen in deze groep bedrijven lopen uiteen van een half miljoen tot ongeveer vijf miljoen euro, met daar bovenop soms nog een bankfinanciering.”
Spel is veranderd
De aantrekkende economie is de motor achter de groeiende investeringen in het bedrijfsleven, maar dit wil niet zeggen dat het na enkele magere jaren weer ‘business as usual’ is. Het spel is wel degelijk veranderd. Ziet ook Maarten Vijverberg, partner bij BoerCroon Corporate Finance. “In de ‘oude tijd’, voor de crisis, waren investeringsmaatschappijen vooral gericht op het verwerven van een meerderheid in een bedrijf, met als doel daar binnen een periode van drie tot vijf jaar weer uit te stappen. Rendement creëer je door groei en juist dat element is lastig.”
Private equity-partijen zetten steeds meer hun kennis en expertise in om samen met het management een bedrijf te laten floreren. “Er staan niet eindeloos veel bedrijven te koop die hoge rendementen maken, dus zoeken zij ook naar mogelijkheden om zonder meerderheid rendementen te creëren en samen met de ondernemer naar groei te kijken.” Vijverberg haast zich erbij te zeggen dat het om een prille trend gaat. “Het heeft er sterk mee te maken dat nu pas het vertrouwen er is om weer te investeren in de groei van een onderneming.”
Geïnteresseerd in familiebedrijven
Meer dan ooit zijn participatiemaatschappijen geïnteresseerd in familiebedrijven. “Er is sprake van een hele familiebedrijven-hype die er zeven jaar geleden nog niet was”, weet Vijverberg. “Door minder bankfinanciering en betere solvabiliteit zijn zij bijzonder crisisbestendig gebleken. Ook opereren zij vaak in bijzondere nichemarkten met mogelijkheden voor groei.” Toch is de combinatie familiebedrijf en private equity niet altijd een gelukkige. De familie wil zoveel mogelijk zeggenschap houden en staat averechts tegen het aantrekken van ‘andere’ gelden. “Bij dga’s in eerste of tweede generatie zijn er vaak nog wel mogelijkheden. Zij zien hun bedrijf vaak ook niet als familiebedrijf en het is dan makkelijker om als buitenstaander te investeren en mee te doen in de onderneming.”
Wensenlijstjes
Hoe vind je als ondernemer de investeerder die je bedrijf echt verder helpt? “Het begint natuurlijk met het maken van een plan om de investering te onderbouwen”, aldus Vijverberg. “Lukraak financierders benaderen is waarschijnlijk geen goed idee. Beter is het om aan te sluiten bij een partij die selecte criteria hanteert. Veel participatiemaatschappijen richten zich op specifieke niches en sectoren. Ook gaan ze allemaal anders te werk. Er zijn investeerders die willen meesturen, maar ook partijen die meer op afstand blijven of in herstructurering geïnteresseerd zijn. Allemaal hebben ze wensenlijstjes en daar moet je achter zien te komen, om zo een goede voorselectie te maken.”
Gezonde financieringsopbouw is de trend
Door de terugtredende rol van banken in bedrijfsfinanciering is er steeds meer aandacht naar alternatieve vormen van financiering, zoals NPEX-obligaties voor het midden- en kleinbedrijf en mezzaninefondsen. Financiering met eigen vermogen, door middel van private equity zal de leegte die de bank achterlaat niet vullen, denkt Molenaar. “Daar leent het model zich niet voor. Een participatiemaatschappij gaat pas renderen als een bedrijf bovenmatig goed presteert en winnend in een segment is. Een bank kan simpelweg op markttrends meefinancieren, omdat zij toch vooraan staan om hun geld terug te krijgen als dat nodig is.” Bedrijven die voor groei zwaar leunen op vreemd vermogen worden desondanks een zeldzamer verschijnsel, denkt Vijverberg. “Een gezonde financieringsopbouw van eigen en vreemd vermogen gaat de trend worden.”
Door: Maarten Vijverberg